Waarom ik als leraar ga staken
Door Sasja – “Oh nee daar gaan ze weer” , las ik als kop van een artikel over de aankomende lerarenstaking eind januari. Ik lees veelal gemengd reacties hierop en daarom dacht ik, misschien is het goed om eens een blog te schrijven waarom ik als leerkracht staak!
Onbegrip
Ouders die klagen over wéér op zoek te moeten gaan naar opvang voor hun kind deze twee dagen. Ondanks dat ik van mening ben dat de basisschool geen verkapte kinderopvang is, begrijp ik dat ontzettend. Het kost ouders geld en vrije dagen om steeds deze dagen op te vangen. Ook lees ik veel reacties dat mensen het niet begrijpen. Er worden bedragen genoemd (Ze verdienen toch genoeg?!), de welbekende 12-weken-vakantie-per-jaar-reacties gegeven en dan nog het idee van “de kinderen gaan om 15 uur naar huis, dat kunnen de leerkrachten toch ook doen?”.
Laat ik voorop stellen dat het salaris mijn prioriteit niet is. Ja, als je dat vergelijkt met andere HBO geschoolden of het salaris van leerkrachten op het VO, dan is het aanzienlijk minder. Maar dat wist ik van te voren. Op de opleiding hebben wij zelfs een college gehad over startsalarissen. De werkdruk en het toenemende tekort aan leerkrachten vind ik wel erg schokkend.
Toen ik na mijn afstuderen solliciteerde, deed ik dat in Amsterdam. 40 minuten van mijn woonplaats. Samen met ruim 250 andere sollicitanten. Maar vorig jaar hakte ik de knoop door om in de buurt op zoek te gaan naar een baan. Waar er toen 250 leerkrachten stonden te wachten op 1 vacature, is dat nu haast andersom. Na 1 belletje had ik dan ook binnen 2 dagen een nieuwe baan en zes aanbiedingen op scholen in de buurt. Ik kwam in een groep waar er door het jaar heen door het lerarentekort wisselend IB’ers, onderwijsassistenten, gymleerkrachten, stagiaires en invallers voor de klas hadden gestaan.
Werkdruk
Maar die werkdruk dan? Net na mijn afstuderen maakte ik dagen van half 7 ’s morgens tot 6 uur in de avond. En vaak dook ik na het eten ook nog achter de laptop om ideeën op te doen of dingen voor te bereiden. Dat is nu natuurlijk veranderd. Ik ben bewust parttime gaan werken omdat ik moeder ben geworden. Dit betekent dat ik 3 dagen per week werk. Een aantal keer per jaar zijn de kinderen vrij vanwege een studiedag. Sommige ouders denken dan ook dat ik vrij ben. Maar op studiedagen gebruiken wij de tijd om bij te scholen of resultaten te analyseren. Waar hebben wij goed gescoord, dus waar zijn wij goed bezig? En waar moeten wij nog aan werken? Ook op mijn vrije dagen ben ik verplicht om deze studiedagen te volgen. Net als in vakanties om voor te bereiden, te vergaderen en bij te scholen.
Dan zijn er nog andere verplichte dagen waar ik bij moet zijn. Ouderavonden, rapportgesprekken, trainingen of cursussen, en verplichte activiteiten zoals het kerstdiner of de musicalavond.
Dat optellend, kom ik op genoeg extra uren uit.
Mijn werkweek
Mijn werkweek bestaat uit 3 dagen, maar meer dan 24 uur. Mijn dag begint tussen 7:15 en 7:30 uur. Ik zorg dat alles opgestart is en klaar staat voordat de kinderen er zijn. Ook zorg ik dat ik precies weet wat ik deze dag moet doen en lees ik mij in in de lessen en activiteiten.
Ik snap heel goed dat mensen denken “Wat doe je dan van 3 tot 5?”. Voordat de kinderen weg zijn, ik alle belangrijke punten met wat ouders heb besproken, de klas is opgeruimd, het nieuwe dagritme hangt en alles sporen van de dag weer zijn uitgewist, is het vaak al tegen half 4. Dan begint het: nakijken, voorbereiden voor een volgende dag, doelen evalueren, groepsplannen schrijven, registraties invoeren, materiaal maken voor in de klas, individuele handelingsplannen schrijven voor de zorgleerlingen, plannen maken voor de NT2 (Nederlands als tweede taal) leerlingen, plannen maken voor de leerlingen die extra uitdaging nodig hebben of juist extra begeleiding, leerlingvolgsysteem invullen, observaties verwerken, commissies (sint, kerst, schoolreis etc), vergaderingen, incidenten registreren, gespreksverslagen uitwerken, naschoolse activiteiten organiseren, tussentijdse oudergesprekken, interne overleggen met bijvoorbeeld IB, externe overleggen met bijvoorbeeld instanties voor leerlingen met een gedragsprobleem, leerprobleem, TOS of dyslexie, overdracht naar mijn duo, nieuwe thema’s ontwerpen en onderbouwen met de juiste doelen, thema’s voorbereiden (materialen kopen, verzamelen en maken), weekplanning evalueren, bijstellen en maken et cetera. Kortom, meer dan alleen de klas aanvegen, lijmpotjes vullen en potloden slijpen (hier grapt mijn man altijd mee).
Rond 5 uur probeer ik naar huis te gaan, want ook thuis moet ik koken, de was opruimen, mijn kind in bad doen en proberen netjes om 7 uur op bed te leggen.
Veranderingen
Ik merk zelf dat in de krappe 10 jaar dat ik nu voor de klas sta, er een hoop verandert en is veranderd. Een deel komt bij ouders vandaan: ouders vragen en verwachten meer van school en leerkrachten. Maar ook vanuit de inspectie wordt veel gevraagd. Iedere stap die ik zet, moet ik verantwoorden. Ik moet kunnen onderbouwen hoeveel tijd en wat ik doe met mijn “standaard” leerlingen en leerlingen met extra of andere behoeften. Het registreren en maken van plannen kost veel tijd. Met alleen “Ik geef Pietje extra werkboekje” red ik het niet. Wekelijks en maandelijks bijstellen en evalueren hoort daar ook bij.
Zorgleerlingen
De werkdruk komt voornamelijk uit de zorgleerlingen die steeds minder naar het speciaal onderwijs doorstromen. Een voorbeeld over een leerling uit mijn klas met TOS. Eens per drie maanden hebben wij een overleg met logopedist, medewerkers van het audiologische centrum, Intern begeleider en ouders. We maken een plan op, die ik moet uitwerken naast mijn reguliere onderwijs en na drie maanden evalueren wij deze. Zo een zorgleerling kost mij dus niet alleen tijdens maar ook na schooltijd veel tijd. Er wordt gepleit voor meer structureel geld op scholen, zodat er meer budget is voor bijvoorbeeld onderwijsassistenten. Want ik zeg heel eerlijk, naast mijn reguliere lesaanbod is het altijd passen en meten hoe ik iedere leerling met speciale behoeftes nog extra kan begeleiden.
Ik hoop dat de overheid ziet dat extra personeel echt nodig is om goed en kwalitatief onderwijs te kunnen blijven geven. En aan alle ouders: ik hoop dat het vinden van opvang of oppas voor de kinderen echt gaat lukken eind januari. Wat ik zie is dat 99 procent van alle leerkrachten vol passie en overgave iedere dag weer de kinderen het beste proberen mee te geven. En ik ben trots dat ik daar ook deel van uit maak. Want ook ik probeer mij iedere dag voor alle leerlingen in te zetten. Mijn max is wel bereikt, en dat frustreert mij. Dat ik thuis kom met het gevoel lang niet altijd alles te hebben kunnen doen voor de kinderen.
Misschien hebben ouders een beetje het gevoel dat de leraren maar zeuren. Maar onthoud dat iedere leerkracht die staakt dit doet uit passie voor de kinderen!
Geef een reactie