Tweede kind? Let als ouder extra goed op jezelf – en op elkaar
Je zult het misschien wel herkennen; als je ouders bent geworden heb je minder tijd voor elkaar. Je relatie verslechtert daardoor misschien wel. En wist je dat dit na de geboorte van je tweede kind vaak nog een stuk erger is dan na de geboorte van je eerste kind? De Hogeschool Leiden deed hier onderzoek naar.
Onderzoek
Onderzoek van Lectoraat Ouderschap en Ouderbegeleiding laat zien dat de geboorte van een tweede kindje zowel het welzijn als de partnerrelatie nog meer onder druk zet dan de geboorte van een eerste kind. Eerdere onderzoeken lieten al zien dat het welzijn van stellen afneemt na de geboorte van een kindje, en dat de kwaliteit van de partnerrelatie minder wordt. Dat dit bij de komst van de tweede anders ligt, is nieuw.
Bij het tweede kind ligt onderschatting op de loer
Het meest in het oog springend zijn verschillen tussen ouders van een eerste kind en gezinnen waarin nog een baby werd geboren. Ervaren ouders scoren weliswaar hoger wat betreft hun oudervaardigheden (kind verzorgen). Dit hebben ze natuurlijk al eens kunnen oefenen, maar blijven achter wat betreft relatiekwaliteit. Ook welzijn wordt (negatief) beïnvloed door het aantal kinderen. De komst van een tweede kind lijkt dus erg onderschat.
De resultaten impliceren dat ouderschapsprogramma’s waarin de focus ligt op het versterken van levensvaardigheden van ouders, een positief effect hebben op hun welzijn. Programma’s waarin de partnerrelatie centraal staat, zoals OuderTeam.nu, zijn niet alleen geschikt voor nieuwe ouders, maar juist ook voor ouders die al ervaring hebben.
Versterk de partnerrelatie – begin bij jezelf
In eerste instantie is onderzocht welke factoren van invloed zijn op het welzijn van deze ouders. Opvallend was dat het welzijn niet zo zeer voorspeld wordt door hoe goed de ouder kan verzorgen en opvoeden (opvoedvaardigheden), maar veel meer door de algemene levensvaardigheden zelfvertrouwen, omgaan met de eigen emoties en communicatievaardigheden.
Daarbij kwam ook naar voren dat vaders en moeder van elkaar verschillen wat betreft deze voorspellers van hun welzijn. Moeders hebben minder zelfvertrouwen en scoren lager op emotieregulatie dan vaders, terwijl vaders zichzelf lager scoren op de opvoedvaardigheden. Of zij daadwerkelijk minder vaardig zijn dan moeders, bijvoorbeeld omdat zij weinig tijd met hun baby kunnen doorbrengen, of dat zij zichzelf lager inschatten omdat zij zich hierover onzeker voelen, zou verder onderzocht moeten worden.
Achtergrond onderzoek
Deze uitkomsten zijn gebaseerd op een grootschalig, longitudinaal onderzoek van het lectoraat Ouderschap en Ouderbegeleiding van Hogeschool Leiden naar het welzijn van ouders, waarin ouders ten minste vier jaar worden gevolgd: Leuker voor later. Het lectoraat onderzocht bij 416 ouders (90 vaders, 326 moeders) van een baby tot 1 jaar oud welke factoren bijdragen aan het ouderwelzijn. Het ging zowel om kersverse ouders als om ouders met een baby en een of meerdere oudere kind(eren).
Geef een reactie