En ze zegt al zo veel!
Door Nadine – Mijn bloedje is vijftien maanden. Tot een week geleden weigerde ze ook maar een millimeter te verschuiven zonder rollatortje of ze overbrugde de enorme afstanden kruipend. Die twee methoden beheerst ze overigens tot in de puntjes. De toeters en bellen op het rollatortje die je verdacht vaak van richting hoort veranderen, verraden die racementaliteit. Gelukkig is moeders daardoor op tijd gewaarschuwd voor een voorbij sjezend kind. Ook de blauwe plekken op haar knieën laten zien dat het kruipen bepaald niet zachtzinnig gaat.
Maar zie daar: voorzichtig zette ze haar eerste stapjes zonder ons en ze lijkt het zelf los
staan warempel leuk te vinden. Doch alles met mate; mevrouw heeft geen haast en als ze
geen zin meer heeft, doet ze het echt niet. Helaas dus nog geen echte vierdaagsestappen. Maar geen frustratie hoor. Het credo “alles op z’n tijd” en “ze kunnen niet alles tegelijk” omarm ik warm.
Bij het consultatiebureau maken ze zich in ieder geval geen zorgen. Ik ook niet, maar ze doen daar vaak net alsof je je zorgen maakt. Ik denk dat ze dat doen zodat ze je dan gerust kunnen stellen. Blijkbaar komen daar alleen maar bezorgde ouders. De gouwe ouwe kwam wel nog voorbij, die overigens de laatste weken overal opduikt: “Als ze eenmaal loopt, zou je soms wensen dat ze het niet deed hoor!” Zucht.
Ze focust zich blijkbaar op andere dingen. En hoe! Wat ze namelijk wél doet, en daarin echt
heel goed is (de woorden van de cb-arts), is praten. Honderduit. En ze is al heel ver in het
van blokjes hoge torens bouwen, mijn kleine Bob de Bouwer.
Het is fijn en handig dat ze al zoveel zegt en weet duidelijk te maken. Het maakt het
inschatten van een dreigende oorlog (inzet: het aandoen van een luier, of het uitdoen, het
tandenpoetsen, of juist het klaar zijn met tandenpoetsen) behoorlijk makkelijker. Niet dat je
‘m ermee kunt voorkomen hoor, want het nadeel van dat praten is dat je helaas wel eens
verleid wordt tot een “Jawel, aan. Jawél, aan. Ja-WÉL! Aan!”, omdat er een meisje van 79
centimeter in alle toonsoorten “Neehee, uit” roept en daarbij steeds bozer wordt.
Voor je het weet beland je dus in een heuse situation met je jonge dreumes, die je natuurlijk
pedagogisch verantwoord wilt oplossen. En rustig, enzo. Je boodschap in je zorgvuldig
geformuleerde volzin begrijpt ze volledig. Ze handelt er echter naar wanneer ze wenst, want
mevrouw weet ook al heel goed wat ze wel en niet wil. De scène die daar soms op volgt, is
uiteraard volledig terecht. Het soort acties die haar boos maken, kan me vermoedelijk wel
eens de ouderlijke macht gaan kosten, want hoe haal ik het in m’n hoofd om de rode
badeend in bad te willen laten?!
Gelukkig wegen deze momenten zó erg niet op tegen de leuke momenten. We letten er
eigenlijk al niet meer echt op, maar die behoorlijk fijnzinnige gespreksvorming is zo fijn en
geeft echt een extra dimensie aan het communiceren met je dreumes. Voor mijn part loopt
ze pas over een half jaar… het maakt me niets uit, zolang ze maar gezellig blijft kletsen!
Geef een reactie