De geboorte van Casper
Terug naar 2008
Weeën
De volgende ochtend begonnen we ze te timen. Ze waren kort en onregelmatig dus stuurde ik Martijn gewoon naar zijn werk. Het was tenslotte vrijdag, een gewone werkdag. Onze nieuwe buren kozen juist deze dag, 17 oktober dus, om hevig te klussen. Ik weet niet wat ze precies deden maar het klonk alsof ze de hele dag met een drilboor aan de gang waren. Ik werd die dag dus niet enkel geplaagd door (voor) weeën maar ook geboor en gehamer van 8 uur ’s ochtends tot 8 uur ’s avonds.
Rond elf uur die ochtend kwam mijn moeder even langs. Toen ik haar vertelde over de weeën probeerde ze me er van te overtuigen dat ik Martijn naar huis moest laten komen en het ziekenhuis moest bellen. Ik wilde dat laatste zelf natuurlijk zo lang mogelijk uitstellen en begon zelfs een beetje te verlangen naar een thuisbevalling. Niet dat ik die keuze nog kon maken hoor want wegens een te hoge bloeddruk was ik onder begeleiding van een gynaecoloog en moest ik wel in het ziekenhuis bevallen. Ook vond ik het niet goed dat zij de hele dag bij me zou blijven dus ging ze maar weer naar huis.
Gebroken vliezen
Die avond zorgde ik er voor dat de voer en drinkbakjes van Dixie (de kat) en Elmo (het konijn) vol zaten. Rond negen uur gingen we naar bed. Maar ik moest eerst natuurlijk nog even naar het toilet. Maar wat een enorme plas kwam er ineens uit! Tjonge!! Dat kan toch niet allemaal gewoon plas zijn? Nee dat kon inderdaad niet. Mijn vliezen waren gebroken terwijl ik op de wc zat. Ik opende de deur en riep vanaf het toilet tegen Martijn dat het toch tijd was om naar het ziekenhuis te verkassen!
Ik belde het ziekenhuis – zoals afgesproken met de gynaecoloog – en ondertussen lekte het als een gek. Ik werd steeds nerveuzer want ik realiseerde me dat er geen weg terug meer was! En dat terwijl het enige wat ik echt wilde doen slapen was! Als ik maar kan slapen, dacht ik, dan ben ik morgenochtend veel beter voorbereid op de bevalling.
In het ziekenhuis
In het ziekenhuis werd er een CTG gemaakt en de arts checkte of het inderdaad vruchtwater was wat ik verloor. Tsja.. wat zou het in vredesnaam anders kunnen zijn!? Alles was in orde, maar vanwege mijn verhoogde bloeddruk moest ik die nacht toch blijven. De volgende ochtend zou ik worden ingeleid. Ik moest eigenlijk heel hard huilen; ik wilde gewoon naar huis!! Gelukkig kreeg ik wel een kamer voor mijzelf. Op die kamer aangekomen was het eerste wat ik deed flink over mijn nek gaan.. in de wastafel wel te verstaan, die dus onmiddellijk verstopt zat. Ik ging op bed liggen en toen moest Martijn naar huis.
De nachtzuster was gelukkig erg vriendelijk. Ze gaf me een infuus en legde uit hoe ik moest puffen omdat ik inmiddels aan het hyperventileren was. En toen was ik weer alleen. Ik vroeg me af hoe laat het inmiddels was. Een uur of half twaalf misschien? Ik wist dat er een hoop andere vrouwen én baby’s in de andere kamers op de gang lagen maar ik hoor niets. Er was geen kind dat huilde en geen moeder die om hulp vroeg. Omdat er geen toilet bij mijn kamer zat moest ik telkens de gang over.. met mijn infuuspaal bots ik overal tegenaan. Ook handig; drempels waar ik dat ding telkens overheen moest tillen. Ik ging nog zo’n drie of vier keer naar het toilet waar ik nog een paar keer overgaf. Mijn zoon mag nu dan pas tien zijn maar de omstandigheden in het ziekenhuis deden erg ouderwets aan. Het ging twee maanden na de bevalling dan ook dicht en is gesloopt.
Toen drukte ik op het knopje en kwam er weer een zuster. Ik zei dat ik het niet langer trok. Het was zo rond half twee ’s nachts en ik ging naar de verloskamer. Zoals gezegd weet ik er dus niet veel meer van maar wat ik nog wel weet is dat deze vrouw mij dus weer zelf laat ploeteren over die lange gang met dat infuus. Ze lijkt zelfs haast met me te hebben. Wat ondersteuning had geen kwaad gekund. Helaas was ik toen nog veel te verlegen om er wat over te zeggen.
Pijnstilling
Persen
Casper!
Vlak voordat Casper eindelijk geboren werd, na vijf kwartier persen, werd ik – plaatselijk – verdoofd down there en ingeknipt. De zuster klom op het bed en ging achter me zitten. Ik had een enorm groot “WTF” gevoel maar ik was te ver heen om nog te protesteren. Bij de daarop volgende wee duwde ze keihard op mijn buik en werd Casper’s hoofdje geboren. Later leerde ik dat dat een fundus expressie heet. De navelstreng zat om zijn nekje en daarom ging het allemaal een beetje moeilijker. Ik had verwacht dat hij er zo uit zou glijden zodra het hoofdje geboren was maar ik moest nog een keer goed persen voordat hij er helemaal uit was. Een kwartier later kwam de placenta. Ik had destijds geen idee dat die dingen zo groot waren! En zo vies! De dokter wilde nog een uitleg geven over hoe hij van binnen had gezeten maar Martijn en ik werden allebei onpasselijk van dat ding en we hoefden hem verder niet te inspecteren.
Martijn knipte de navelstreng door en daarna werd de baby nagekeken en in bad gedaan. Ondertussen werd ik gehecht. Dit duurde best lang en het deed nog best pijn aangezien de verdoving daar uitgewerkt was. Casper werd geboren om 5:36 uur in de ochtend van 18 oktober 2008. Hij was 54 centimeter en woog 3690 gram. Jammer genoeg mochten we niet meteen naar huis. Met Casper ging alles prima maar vanwege mijn bloeddruk moesten we nog een nachtje blijven. Deze bleek al snel weer helemaal normaal en ik was enorm blij toen we die zondag eindelijk (weer) thuis waren.
Al met al vond ik het erg zwaar en riep ik ook direct dat ik het nooit nog eens zou doen, zo’n bevalling. En als ik er op terug kijk is het vooral een gevoel van eenzaamheid dat ik er bij krijg. Thuis vond ik het heerlijk om alleen te zijn maar zodra ik in het ziekenhuis was voelde ik me verloren en de dames die bij mijn bevalling aanwezig waren kon ik wel wat aan doen. Het voelde alsof ik er helemaal alleen voor stond al had ik gelukkig wel wat hulp van Martijn.
Geef een reactie